Eigenlijk zijn wij zelf niet zo fan van spareribs kluiven. De voorverpakte variant uit de supermarkt, die je nog op de bbq doet, niet ons ding. Stukjes tussen je tanden, alles onder..
Daarom hebben wij bedacht om onze eigen spareribs te bereiden. Op zo'n manier, dat je het vlees zo van het botje aftrekt. En dan zie je ons wel genieten hoor!
Dit recept is voor 2 ribracks en voedt als je er nog een gepofte aardappel en een salade bij maakt 2 personen. Het lijkt heel eng, maar het is eigenlijk super makkelijk. Het enige wat je nodig hebt is een grote pan, een oven en heel veel geduld.
Voor de dry rub:
Voor de saus:
Verwarm de oven voor op 150 graden. Meng alle ingrediënten voor de dry rub. Masseer deze ruim in de ribs en besprenkel ze daarna met olie. Bak de ribs in een pan aan tot ze mooi bruin zijn van buiten.
Verplaats de ribs naar een grote diepe ovenschaal of ovenbestendige stoofpan waar ze ruim in passen. Giet hier de 2 liter vocht overheen, gemaakt van bouillon en appelsap. Dek de schaal goed af met aluminiumfolie of een passende deksel. Heb je geen grote pan of ovenschaal. Snij de ribs dan in kleinere stukken en gebruik 2 kleinere ovenschalen. Bak de ribs in vocht voor 3,5 tot 4 uur in de oven, afhankelijk van hoe groot je de stukken hebt gelaten.
Terwijl de ribs bakken maken we de basis barbecuesaus. Meng hiervoor in een klein pannetje eerst de mosterd met alle kruiden poeders. Voeg dan de citroensap en tabasco toe. Roer goed door en voeg vervolgens de worcestersaus toe. Roer opnieuw goed door en voeg als laatste de ketchup, chilisaus en de bruine suiker toe. Verwarm de saus nu op laag vuur en blijf roeren. Laat het 5 minuutjes heel zachtjes koken en blijf roeren. Zo weten we zeker dat de suiker oplost. Zet het vuur uit en proef. Breng eventueel op smaak met wat zout.
Als ze klaar zijn, kun je kiezen om ze gelijk te eten óf ze de volgende dag te eten. In geval 1 laat je ze iets afkoelen in het vocht, dan haal je de ribs uit het vocht en besmeer je ze met de barbecuesaus. Dan bak je ze daarna nog 15 minuten in een ovenschaal zonder vocht in een oven van 220 graden. Je kunt ze ook op de barbecue afmaken, maar wees voorbereid: ze vallen snel uit elkaar.
In geval 2, wat altijd onze voorkeur heeft, laat je de ribs afkoelen in het vocht. Haal ze daarna uit het vocht en zet ze in een afgedekte bak of schaal in de koelkast. Kook het vocht in tot ongeveer ⅕ overblijft. Dan is het een dikke drap geworden. Meng de helft (of naar smaak meer) hiervan door de barbecuesaus voor extra diepgang. De volgende dag haal je de ribs uit de koelkast en besmeer je ze met de saus. Ze zijn nu hard door de kou en daarom makkelijker te bereiden op de barbecue. Ze hoeven maar kort op een hete barbecue, anders vallen ze alsnog uit elkaar. Je kunt ze ook in een oven van 220 graden bereiden voor ongeveer 20 minuutjes. Besmeer naar smaak op de helft van de bereiding met extra barbecuesaus.
Garneer de ribs met bosui en gefrituurde ui voor iets knapperigs en iets fris.